Geplaatst op zondag 02 april 2023 @ 21:22 , 96 keer bekeken
WAS MIDDELEEUWS ETEN SAAI EN SMAKELOOS?
Middeleeuws eten heeft de reputatie dat het smakeloos was. Een maaltijd bestond uit water (of bier) en brood, en als iemand rijk was, zat er misschien een stukje vlees bij. Maar dit is een misvatting. Ook in de middeleeuwen genoten mensen namelijk al van maaltijden die goed op smaak gebracht waren. Het gebruik van kruiden en andere smaakmakers was niet ongewoon. Wat aten mensen in de middeleeuwen zoal?
Je dieet en eetpatronen in de middeleeuwen waren afhankelijk van je sociale status. Een koning kreeg logischerwijs andere maaltijden voorgeschoteld dan een simpele boer of ambachtsman. Had je geluk, en mocht je jezelf rekenen tot de hogere klassen, werd er dagelijks uitgebreid voor je gekookt. Veel van de dingen die in de middeleeuwen gegeten werden, eten we nu nog steeds. Maar sommige populaire gerechten uit de middeleeuwen zoals pauw, zwaan of patrijs, zul je nu niet zo snel meer op menukaarten zien staan. Deze gerechten werden bereid voor de hogere klassen. Onderzoek naar wat de lagere sociale klassen tijdens de middeleeuwen aten, is veel schaarser dan het onderzoek naar het eetpatroon van de adel. Bij de adel werd er namelijk veel vaker een administratie bijgehouden, of was de maaltijd het onderwerp van kunst.
Toch hebben historici door de combinatie van archeologisch onderzoek en onderzoek naar geschreven bronnen een beeld kunnen schetsen van het dagelijkse eetpatroon van de lagere klassen. Uit deze onderzoeken blijkt dat mensen die tot een lagere sociale klasse behoorden, vaak meer zuivelproducten aten dan edelen. Zuivel werd ook wel het “witte vlees van de armen” genoemd. Omdat koe- en geitenmelk echter snel bedierf, werden er toen al veel zuivelvervangers gebruikt. Amandelmelk was hier een populair voorbeeld van. Dit soort zuivelvervangers werden ook veel geconsumeerd tijdens de vastentijd, wanneer het door de kerk niet toegestaan was om dierlijke producten te nuttigen.
Net als de adel werd er door het gewone volk ook vlees gegeten. Vlees was echter wel duur, dus het behoorde minder tot de alledaagse kost dan bij de adel. Waar de adel vaak hert of fazant voorgeschoteld kreeg, die de edelen soms zelf geschoten hadden tijdens de jacht, moest het gewone volk het hebben van een klein stukje goedkoop vlees van de lokale markt, of een zelf gevangen konijn. Boeren hadden zelf vaak wel vee, maar gebruikten dit liever voor melk dan voor vlees, omdat dat op de lange termijn meer opleverde. Omdat vlees vaak te duur was, moesten arme boeren en ambachtslieden op zoek naar een andere bron van eiwitten. Deze vonden zij in peulvruchten als witte en bruine bonen.
Een populair gerecht bij zowel het gewone volk als de adel was de stoofpot. De peulvruchten maakten samen met een aantal groenten vaak de basis uit voor stoofpotten. Een veelvoorkomende misconceptie is dat mensen in de middeleeuwen veel aardappelen aten. Niets is minder waar, want de aardappel werd pas in de 16e eeuw in Europa geïntroduceerd. Populaire groenten waren kool, prei, knolraap en ui. Indien voorradig werd ook vlees verwerkt in de stoofpotten.
Het hoofdbestanddeel van een middeleeuws dieet was echter geen groente of zuivelproduct, maar granen. Tarwe, haver, rogge en gerst waren de belangrijkste bron van calorieën en de gemiddelde persoon in de middeleeuwen at er wel een kilo per dag van, soms verwerkt in brood en soms verwerkt in pap.
Middeleeuwse bakker met zijn leerling, The Bodleian Library, Oxford, Publiek Domein, via Wikimedia Commons.
Fruit maakte ook deel uit van een middeleeuws dieet. Maar in tegenstelling tot hoe wij tegenwoordig veel fruit rauw eten, werd in de middeleeuwen al het fruit, net als alle groenten overigens, van tevoren gekookt. De overtuiging bestond namelijk dat rauwe groenten en fruit zouden leiden tot ziektes.
Hoewel stoofpotten op basis van groenten en peulvruchten niet spannend klinken, waren gerechten niet per definitie smakeloos. Hoewel de Europese handel met het verre oosten, en daarmee de specerijenhandel, pas in de late middeleeuwen op gang zou komen, werden kruiden in de vroege middeleeuwen lokaal al op grote schaal gekweekt. Kruiden als rozemarijn, peterselie, bieslook, knoflook, basilicum en tijm werden in vele gerechten, zoals de populaire stoofpotten, verwerkt. Ook werd vaak wijn of azijn toegevoegd om gerechten op smaak te brengen. Degene die het zich konden veroorloven, gebruikten honing en suiker om gerechten zoeter te maken.
Exotische kruiden
In de late middeleeuwen was het niet ongebruikelijk dat mensen van goede komaf een goed gekruide maaltijd voorgeschoteld kregen. Dit was te danken aan de handel in specerijen. Waar Europa in de vroege middeleeuwen nog enigszins geïsoleerd was, kwamen vanaf de tijd van de kruistochten (1095-1291) steeds meer Europeanen in contact met handelaren in het Midden-Oosten, die zelf via de specerijenroute al eeuwenlang handel dreven met handelaren in het Verre Oosten. Italiaanse steden als Venetië en Genua waren de koplopers in de handel met het Oosten. Specerijen als zwarte peper, kaneel, gember en saffraan raakten grootschalig in omloop. De specerijen waren echter een belangrijk statussymbool, en dus niet betaalbaar voor iedereen. Wanneer iemand zich dit soort exotische kruiden en specerijen kon veroorloven, liep die persoon daar graag mee te koop.
Hoewel er veel bier gedronken werd in de middeleeuwen, is de aanname dat er meer bier dan water gedronken werd een populaire misconceptie. Veel middeleeuwse steden waren dicht bij een waterbron gevestigd en besteedden veel geld en aandacht aan het onderhoud van waterbronnen. Het drinken van water bracht echter vaak risico’s met zich mee, omdat het water vaak vervuild was. Bier was daarom een veiligere optie: tijdens het proces van bier brouwen werden schadelijke bacteriën gedood. Daarbij was het bier dat gebrouwen werd rijk aan vitaminen en laag in alcohol. Mensen waren dus allesbehalve constant stomdronken en voor velen was het bier een voedzame toevoeging aan het dieet.
Een kilo brood of pap per dag en liters bier klinken misschien niet als het meest gezonde of diverse eetpatroon. Echter, veel ambachtslieden en boeren werkten hard en maakten lange dagen, waardoor veel van de calorieën die ze innamen ook weer verbrand werden. Daarbij was veel voedsel destijds verser dan nu en vaak nog onbewerkt. Daarbij werd er weinig suiker verwerkt in gerechten, omdat het zo duur was. Het gemiddelde dieet van edelen liet echter wel wat te wensen over. De adel werkte geen lange dagen en consumeerde meer vlees en suiker en minder groenten. Niet voor niets staan sommige vorsten, zoals Hendrik VIII van Engeland, bekend om hun uitbundige eetgedrag of obesitas.
Welkom bij Clubs!
Kijk gerust verder op deze club en doe mee.
Of maak zelf een Clubs account aan:
Aanbevelingen door leden:
t-h-e-l-m-aDit is een superleuke club voor mensen die van vintage en nostalgie houden.