Geplaatst op vrijdag 22 oktober 2021 @ 19:18 , 293 keer bekeken
Dit zijn 13 oude ambachten en beroepen:
De meeste oude beroepen en ambachten bestaan niet meer en zijn ook niet meer vervangen voor andere beroepen. Het zijn dan ook echt verdwenen beroepen.
Zeg ken jij de mosselman…? In dit oude kinderliedje wordt er gezongen over de mosselman die in Scheveningen woont. Ook al lijkt het alsof de mosselman uit het straatbeeld is verdwenen, toch is dat niet helemaal waar. De mosselmannen- en vrouwen hebben nu gewoon een andere naam. Het zijn mosselkwekers geworden. Vooral in kustplaatsen, zoals Yerseke, zijn bedrijven gevestigd die mosselen kweken en ze leveren aan restaurants en winkelketens.
De kans bestaat dat je nog nooit van het woord oesterman hebt gehoord. Vroeger was de oesterventer net zoiets als de mosselman. Nu is de oesterman- of vrouw vooral een entertainer. Zo kun je oestermannen-en vrouwen inzetten voor een feest of evenement. Ze maken oesters open en serveren de oesters op diverse manieren aan de gasten.
Marskramer is een van de oude beroepen die niet meer bestaan. Tegenwoordig is het woord marskramer vooral bekend van de bekende winkelketen, maar het was eeuwenlang een beroep. De marskramer was een kleine verkoper met verschillende producten die hij in zijn korf (mars) vervoerde. Hij reisde met zijn producten naar steden en kermissen om zijn producten te verkopen. Het beroep van marskramer hoort vooral bij de middeleeuwse beroepen.
Vanaf de 19e eeuw verscheen de melkboer in het straatbeeld. Het was toen gebruikelijk dat de melkboer aan huis kwam om zijn zuivelproducten te leveren. Sinds de opkomst van de supermarkten halverwege de 20e eeuw, verdween de melkboer aan huis langzaamaan uit het straatbeeld.
Kruikenzeikers is een van de beroepen uit de gouden eeuw. Veel mensen komen de naam kruikenzeiker tegen tijdens het carnaval in Tilburg. De inwoners van deze stad noemen zichzelf dan Kruikezeikers. Deze grappige titel dankt zijn oorsprong aan het oude beroep uit de middeleeuwen. Vroeger kende deze regio veel textielfabrieken. Heel veel inwoners uit spaarden toen urine in kruiken. Vervolgens werd de urine verkocht om wol mee te wassen. Urine bestaat voor 93.3 procent uit water en slechts voor 6.7 procent uit vaste stoffen. Een derde van de vaste stoffen bestaat uit de stof ureum. Door die stof komt na een chemisch proces ammoniak in de urine. De kruikenzeikers verkochten de urine, zodat de urine gebruikt kon worden om geschoren wol met te wassen en te reinigen.
Het beroep kolenboer is een van de oude ambachten die helemaal verdwenen is. Tot de jaren zestig van de 20e eeuw was het beroep van kolenboer nog bekend onder het volk. De kolenboer ging langs de huizen en voorzag huishoudens van kolen. Hij verkocht de kolen per mud en stopte kolen in de kelder of het kolenhok. Eén mud stond toen gelijk aan zes zakken. Het beroep van kolenboer was een zwaar beroep. Hij moest veel sjouwen met zware zakken steenkool of bruinkool en de zakken wogen gemiddeld 35 kilo. De meeste kolenboeren kregen dan ook nek- en rugklachten. Paard en wagen zorgden voor verlichting. Na de Tweede Wereldoorlog werd dit vervoersmiddel weer vervangen door een vrachtwagen. Aangezien steeds meer huishoudens werden voorzien van centrale verwarming, verdween het beroep van kolenboer.
De rattenvanger is een van de bekendste, oude beroepen. Dit komt vooral door het bekende liedje ‘de rattenvanger van Hamelen’. Een rattenvanger ving ratten om de rattenpopulatie beperkt te houden. Hij ving de ratten ook om de pest te bestrijden. Ook al bestaat de pest niet meer en is de rattenpopulatie nu zeer beperkt, toch bestaat het beroep van rattenvanger nog steeds. Zo worden in Nederland muskusratten bestreden. Eigenlijk zijn dit geen ratten maar woelmuizen.
De meeste mensen zetten hun alarm op hun telefoon of tablet, maar dit is natuurlijk niet altijd mogelijk geweest. Vroeger, toen er nog geen elektriciteit was en de wekker ook nog niet was uitgevonden, maakte de porder je wakker om op tijd op te staan. Dit was een lopende wekservice. De porder tikte toen met zijn porstok op je raam of deur. Met de komst van de wekker en de elektriciteit is de beroep helemaal verdwenen.
Porders waren vooral werkzaam in grote steden, waar mensen woonden die op tijd op hun werk moesten zijn. Soms huurden bedrijven de porders in om ervoor te zorgen dat het personeel op tijd op het werk kwam, maar meestal werd de porder door een familie ingehuurd. Vaak had de porder nog een andere baan. Verder was het beroep vooral erg populair onder vrouwen die wat bij wilden verdienen, zoals weduwen. Sinds de jaren dertig van de vorige eeuw is het beroep uit het straatbeeld verdwenen.
Het beroep van touwslager is een van de beroepen van vroeger die niet meer bestaan. De touwslager draaide garen tot strengen met een slagmechanisme. Met behulp van een klos draaide hij de strengen tot een touw. De meeste touwslagers deden hun werk in de openlucht, overdekt in een soort tent, op een speciale touwslagerij of op een lijnbaan. Het touw werd gebruikt voor zeilschepen. Om deze reden waren touwslagers vooral werkzaam in havensteden als Rotterdam en Amsterdam. Het beroep touwslager is verdwenen. Tegenwoordig worden de touwen machinaal geproduceerd.
De bekendste supermarkt van Nederland, Albert Heijn, was ooit een kleine kruidenier. Het beroep kruidenier ontstond al in de 16e eeuw. De kruideniers werden toen ‘crudeners’ genoemd en waren een combinatie tussen een drogist en een apotheker. Aan het eind van de 17e eeuw kwam hier een einde aan, omdat kruideniers toen geen geneeskundige artikelen meer mochten verkopen. Vanaf toen specialiseerden de kruideniers zich in de verkoop van droge levensmiddelen. Door de komst van de supermarkten in de 20e eeuw is het beroep van kruidenier helemaal verdwenen.
Het beroep van bakker is al eeuwenoud en bestaat nog steeds. Vroeger was er ook de bakker aan huis. Dit was een bakker die brood aan de deur bezorgde. Hij schreef de inkopen in een boekje en rekende een keer per week af. Het beroep van bakker aan huis is een tijdje verdwenen, maar is weer in opkomst. Er zijn steeds meer bedrijven of bakkers die brood aan huis leveren. Zo kan je je bestelling online doorgeven, zodat het brood dezelfde dag of de volgende dag bij je wordt thuisbezorgd.
De molenaar is een van de verdwenen beroepen uit de gouden eeuw. De molenaar was onmisbaar, maar na de Tweede Wereldoorlog waren er steeds minder molenaars nodig en raakte het beroep uit de gratis. De molenaar draaide niet alleen de wieken, maar maalde ook het graan. In windstille periodes verrichte hij onderhoud en voerde hij reparaties uit aan de molen. In de vorige eeuw verdwenen veel molenaars, omdat de elektrische motoren en stoommachines toen hun intrede deden. Er waren toen minder molens nodig om graan te malen of water te pompen. Tegenwoordig bestaan er nog wel vrijwillige molenaars.
Een loodklopper, loodslager of loodpletter was een werkman die het lood plette. Hij sloeg het lood met een hamer plat tot platen. Dit deed hij op een harde steen, de Liasteen. Loodklopper behoort tot de verdwenen beroepen.
Welkom bij Clubs!
Kijk gerust verder op deze club en doe mee.
Of maak zelf een Clubs account aan:
Aanbevelingen door leden:
t-h-e-l-m-aDit is een superleuke club voor mensen die van vintage en nostalgie houden.